(<Fr.), o.,
1. (kooph.) procentuele korting op de bepaalde prijs, inz. aan wederverkopers;
2. sierlijk bewerkte strook, meestal van franje voorzien of geplooid, valletje: de rabatten langs de hemel van een ledikant; — ook b.v. langs de bovenkant van een gordijn of langs een schoorsteenmantel;
3. lederen rand aan de kap van een koets ter beschutting tegen de invallende regen;
4. omgeslagen zoom van een kleed;
5. (hist.) brede, liggende halskraag van linnen of kant, zoals in de 17de e. zowel bij mannenals bij vrouwenkleding in de mode is geweest;
6. (Zuidn.) bef van een ambtsgewaad ;
7. verhoogd kweekbed langs de rand van een tuin of langs een schutting; — verhoogd tuinbed: lage één- en tweejarige planten zijn geschikt voor bloemperken, hoge voor rabatten;
8. verhoogde stenen rand van een kolfbaan;
9. (bouwk.) rand om de voet van een gebouw;
10. (timm.) sponning, vlakke indieping op de kant van planken die aan elkander gerabat worden ;
11. oud, bouwvallig huis, krot:
12. (gew.) oud kapot meubel of ander versleten voorwerp.