Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overmacht

betekenis & definitie

v.,

1. grotere macht: de overmacht van de sterke; de overmacht van Amerika;
2. groter aantal, meerderheid in hulpmiddelen: voor de overmacht moest hij zwichten;
3. (rechtst. en handel) force majeure, niet toerekenbare onmogelijkheid om zijn verplichting na te komen: door overmacht; dat is overmacht.

< >