Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Hinder

betekenis & definitie

m., wat iemand hindert, belemmering, overlast, onaangenaam gevoel enz.: als ge hinder van de rook hebt, gooi ik mijn sigaar weg ; ik heb weer hinder van mijn been; hij is iedereen tot hinder, tot last; — kinderen zijn hinderen, veroorzaken veel last.

< >