bn. bw.,
1. op de grafiek betrekking hebbende : de grafische kunsten, prentkunst, kopergravure, lithografie, houtsnijkunst enz. — de grafische vakken, grafische industrie, de boekdrukkerij en de nijverheid van het vervaardigen van cliché’s en reproductie ; ook de boekbinderij ; — 2. schriftelijk, in tekening : een grafische voorstelling, de voorstelling van het verband tussen twee van elkaar afhankelijke grootheden door een lijn, of die tussen drie grootheden, waarvan er een afhankelijk is van de beide anderen, door een vlak ; in ’t bijz. in toepassing op statistische gegevens ; — grafische berekening, (bouwk.) berekening van afmetingen door tekenen.