o. (-’s),
1. blad van een (koopmans)boek of register: folio 6 ontbreekt; folio 11 r°, de voorzijde van blad. 11; folio 11 v°, de achterzijde van blad 11 ;
2. formaat van een boek of geschrift waarbij het vel papier slechts eens wordt toegevouwen en dus vier bladzijden geeft: een boek in folio; groot-folio, klein-folio; — (flg.) een zot in folio, een aartsgek; — (gew.) ’t was er in folio, in volle folio, het ging er grootscheeps toe, het was een prachtig feest enz.; in de folio zijn, er bovenop zijn; —BIJBEL, m.; —BLAD, o. (-en) : —DEEL, o. (...delen); —FORMAAT, o.; —NUMMER, o. (-s); —UITGAVE, v. (-n); —VEL, o. (-len).