bn. bw. (-er, -st),
1. op een fabel gelijkende, ongeloofwaardig: dat klinkt fabelachtig.
2. waarvan (alleen) in fabelen verhaald wordt, niet werkelijk zo bestaand: een fabelachtig goudland; de zeeslang is een fabelachtig dier
3. als uit een fabel, ongelooflijk klinkend: kleinodiën van fabelachtige waarde; fabelachtige schatten; fabelachtige prijzen, buitengewoon hoog; — als bw. van graad, in onvoorstelbare mate: fabelachtig duur.