Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie W
- Waarnemingsfout
- Waarnemingsgebied
- Waarnemingsplaats
- Waarnemingspost
- Waarnemingsstation
- Waarnemingstijd
- Waarnemingsuur
- Waarnemingsvermogen
- Waarnemingsvliegtuig
- Waarnemingswagen
- Waarnemingswereld
- Waarnevens
- Waarom
- Waaromheen
- Waaromtrent
- Waaronder
- Waarop
- Waarover
- Waarschap
- Waarschappij
- Waarschijnlijk
- Waarschijnlijkheid
- Waarschijnlijkheidskromme
- Waarschijnlijkheidsleer
- Waarschijnlijkheidsrekening
- Waarschijnlijkheidswet
- Waarschuwen
- Waarschuwer
- Waarschuwing
- Waarschuwingsbord
- Waarschuwingscommando
- Waarschuwingssein
- Waarschuwingssignaal
- Waarsman
- Waartegen
- Waartegenover
- Waarteken
- Waartoe
- Waartussen
- Waaruit
- Waarvan
- Waarvandaan
- Waarvoor
- Waarzeggen
- Waarzegger
- Waarzeggerij
- Waarzegging
- Waarzegster
- Waarzeil
- Waarzo
- Waarzonder
- Waas
- Wabber
- Wabbervogel
- Wach’ auf, mein herz, und singe
- Wacht
- Wachtbak
- Wachtbed
- Wachtdeur
- Wachtdienst
- Wachtel
- Wachtelbeentje
- Wachtelen
- Wachtelfluit
- Wachtelhond
- Wachtelkoning
- Wachten
- Wachtensmoede
- Wachter
- Wachterlied
- Wachtgeld
- Wachtgelder
- Wachtglas
- Wachthebbend
- Wachthond
- Wachthouden
- Wachthouder
- Wachthuis
- Wachthuisje
- Wachtkamer
- Wachtlijst
- Wachtloon
- Wachtmeester
- Wachtparade
- Wachtplaats
- Wachtpost
- Wachtrol
- Wachts
- Wachtschip
- Wachtsloep
- Wachtsluis
- Wachtsman
- Wachtteken
- Wachttijd
- Wachttoren
- Wachtuur
- Wachtvuur
- Wachtwoord
- Wad
- Waddeneiland
