Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- Samentrekking
- Samentrekkingsteken
- Samenvallen
- Samenvalling
- Samenvatten
- Samenvatting
- Samenvlechten
- Samenvlechting
- Samenvloeien
- Samenvloeiing
- Samenvoegen
- Samenvoeging
- Samenvoegsel
- Samenvouwen
- Samenvouwing
- Samenweefsel
- Samenwerken
- Samenwerking
- Samenweven
- Samenweving
- Samenwinden
- Samenwonen
- Samenwoner
- Samenwoning
- Samenwringen
- Samenzang
- Samenzijn
- Samenzweerder
- Samenzweerster
- Samenzweren
- Samenzwering
- Sammelaar
- Sammelaarster
- Sammelen
- Sammet
- Samnieten
- Samnium
- Samoem
- Samoerai
- Samoeraizwaard
- Samojeed
- Samojeeds
- Samoreus
- Samothrake
- Samovar
- Sampan
- Samuel
- Samus
- Samuser à la moutarde
- Sanae mentis
- Sanatogeen
- Sanatorium
- Sanatoriumgebouw
- Sanatoriumpersoneel
- Sanatoriumverpleging
- Sanballat
- Sanbenito
- Sancho panza
- Sancta simplicitas
- Sanctie
- Sanctiemaatregel
- Sanctificatie
- Sanctifiëren, sanctificeren
- Sanctionneren
- Sanctius ac reverentius visum de actis deorum credere, quam scire
- Sanctuarium
- Sanctum officium
- Sanctum sanctorum
- Sanctus
- Sandaal
- Sandalw00d
- Sandarak
- Sandelboom
- Sandelhout
- Sandelhouten
- Sandelolie
- Sandelrood
- Sander
- Sandhi
- Sandrak
- Sandrakvernis
- Sandwich
- Sandwichman
- Sanel
- Sanellen
- Saneren
- Sanering
- Sanforiseren
- Sangen
- Sangfroid
- Sanguine
- Sanguinisch
- Sanhedrin
- Sanherib
- Sanikel
- Sanitair
- Sanitas
- Sans
- Sans argent i’honneur n’est qu’une maladie
- Sansculotte
