Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kartel

betekenis & definitie

o. (-s),

1. (hand.) aaneensluiting van producenten teneinde de markt te beheersen en concurrentie uit te sluiten; het laat de vrijheid der leden, behalve op enkele bepaald omschreven punten, onaangetast, en onderscheidt zich daarin van de trust;
2. (Zuidn.) tijdelijk verbond van politieke partijen (bij verkiezingen).

< >