v. (-en),
1. het afsluiten van een ruimte door middel van een schutting enz. of het afweren van iets door middel van een beschutting : de afschutting van een terrein aanbesteden ;
2. middel om af te schutten, afschutsel: men plaatste om het gehele werk een afschutting ;
(bouwk.) elke afsluiting, hetzij beschotwerk of hek, van hout, steen of metaal waardoor een bepaalde ruimte van een kerkgebouw (het koor, een kapel enz.) van de overige ruimte wordt afgescheiden.