Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afpersing

betekenis & definitie

v.,

1. het afpersen: afpersing van vocht;
2. (-en), het onwettig afdwingen van iemands geld of goed, knevelarij van hem die misbruik van zijn overmacht maakt, verg. Afpersen 4.: afpersing wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste negen jaar gestraft. Vgl. Afdreiging.

< >