bn. bw. (-er, -st),
1. in strijd zijnde, resp. op een wijze die strijdt met de wet: een huwelijk onwettig verklaren; onwettige reglementen; onwettig verkregen goed;
2. buiten wettig huwelijk verwekt of geboren: het kind, hetwelk driehonderd dagen na de ontbinding des huwelijks wordt geboren, is onwettig;
3. de genoemde hoedanigheid niet op wettige wijze bezittend.