Afkortingen

betekenis & definitie

B Ba B. A. Bar. [I]B.

B.[/I] B. B. C. b. b. h. (h.) B. C. b. c. D. b. d. Be b. g. g. Bi b. i. bijz. B. L. bl(z.) B.

M. B. M. V. B. O. W. Br B.S. Burg. B. V. b.v. B. W. B. en W.-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
- 1. (chem.) borium; —2. (muz.) bas; —3. vóór Christelijke namen: beatus, beata, zalige.

(chem.) barium. achter namen: (Lat.) baccalaureus artium, Eng. bachelor of arts, laagste acad. graad in de litteraire faculteit.

baron; —Bares(se) —barones.

1. (N.-I.) Binnenlands Bestuur: — 2. (zeew.) bakboord.

(Eng.) British Broadcasting Corporation, Engelse omroepmaatschappij.

(in advertenties) bezigheden buitenshuis hebbende.

(muz.) basso continuo, doorgaande, generale bas.

(Lat.) bono cum Deo, met Gods genade.

(achter titels) in buitengewone dienst.

(chem.) beryllium.

bij geen gehoor.

(chem.) bismuth.

(achter een persoonsnaam) b mwkundig ingenieur.

bijzonder.

(Lat.) benevole lector, welwillende lezer. bladzijde. bladzijde.

(achter persoonsnamen bonae memoriae, zaliger gedachtenis.

(Lat.) Beata Maria Virgo, de zalige maagd Maria.

(N.-I.) burgerlijke openbare werken.

1. (chem.) bromium; — 2. bruto; —3. broeder.

Binnenlandse Strijdkrachten.

1. burgemeester ; — 2. burgerlijk.
1. (in brieven) (Lat.) bene vale, vaarwel ; — 2. (Lat.) Beata Virgo, de zalige maagd (Maria).

bijvoorbeeld. Burgerlijk Wetboek.

Burgemeester en Wethouders.