(Lat.), tot in het ongerijmde: een bewering, een methode ad absurdum voeren, zo ver drijven dat het tot ongerijmde consequenties leidt; — ad acta, zie het Wdb. op Acta; — ad altio'ra, tot hogere, tot gewichtiger zaken (overgaan); tot hogere dingen (bevorderd worden); — ad altiora spirat, hij streeft naar iets hogers; —ad amus'sim, naar het richtsnoer, nauwkeurig, zorgvuldig; — ad apertu'ram li'bri, bij de opgeslagen bladzijde : hij leest de klassieken ad aperturam libri, waar men het boek ook opslaat, zonder zich voor te bereiden; — ad arbitrium, naar welbehagen; — ad ar'ma, te wapen! (fig.) aan het werk, niet langer gedraald ; — ad as'sem, tot de laatste cent; — ad be'ne pla'citum, naar welgevallen; — ad captan'dum vul'gus, om het gemeen te vangen, om de grote hoop voor zich te winnen ; — ad corpus, alles bij elkaar, ineens ; — ad deliberan' dum, om zich over te beraden ; — ad di'em {die'tam), op de bepaalde, vastgestelde dag; — ad exem'pla majo'rum, naar het voorbeeld der ouden, der vaderen ; — ad exem'plum, 1°. naar het voorbeeld (van de genoemde); 2°. ten voorbeeld : — ad extra'mum, ten uiterste ; ad. extre'mum vi'rium, met de uiterste krachtsinspanning ; — ad fi'ncm, tot het einde ; — ad fan'dum. tot de bodem, uitnodiging om zijn glas geheel leeg te drinken (op iemand); — ad ho'minem, zie Argumen'tum ad ho'minem ; — ad lvunc lo'eum, bij, op deze plaats ; — ad in'fer os, naar of in de onderwereld ; — ad infini'tum, tot in het oneindige ; — ad in'star, op de wijze van (de genoemde), evenals ; — ad lit'teram, naar de letter, letterlijk ; vgl. ad ver'bum ; — ad manda'tum, volgens verstrekte opdracht, volgens mandaat; — ad me'lius informa'tum, tot beter begrip ; — ad mensuram, bij de maat; precies afgemeten ; — ad me'tam, naar het doel (de eindpaal); — ad mo'dum Minel'lii, op de manier van Minellius (M. was rector van het Erasmiaans gymnasium te R’dam in de 17de e. en bezorgde uitgaven van klassieke schrijvers met omschrijvingen of woordelijke vertaling van de tekst om het de leerlingen gemakkelijk te maken); — ad mor'tem, tot (in) de dood ; — ad mul'tos armos, voor vele jaren ; — ad nau'spam {us'que), tot walgens toe ; — ad no'tam (Lat.), ter opmerking: iets ad notam nemen, er aandacht aan schenken, er nota van nemen ; — ad nu'turn, (rechtst.) waarvan de beëindiging aan de vrije wil van één of ieder der betrokkenen is overgelaten ; — ad o'cidos, voor de ogen, zo dat men het zien kan : iets ad oculos demonstreren, het helder doen (in)zien ; — ad propo'situm, ter zake ; — ad quem, zie Terminus; — ad referen'dum, om er verslag over uit te brengen : iets ad ref eren'dam nemen, op zich nemen daaromtrent verslag uit te brengen ; — ad spe'ciem, voor de schijn ; — ad sum'mam, om kort te gaan, resumerende ; — ad sum'mum, op zijn hoogst, hoogstens ; — ad superio'rem ju'dicem, op een hogere rechter (zich beroepen); — ad tem'pus, voor een tijd, tijdelijk ; ad tem'pus vi'tae, voor de tijd van het leven, levenslang ; — ad vl'timum, ten laatste ; — ad un'guem, eig. op de nagel; ontleend aan de beeldhouwers die met de nagel over het werk gaan om te onderzoeken of het glad afgewerkt is; vand. voor: zorgvuldig, grondig, óf (naar Horat., Sat. 1,5,32); — ad u'sum Delphi'ni, tenbehoeve of ten gebruike van de Dauphin (de Franse kroonprins). Doelt oorspr. op een uitgave van Griekse en Romeinse klassieke schrijvers met weglating van de aanstootgevende passages die Lodewijk XIV liet bezorgen door Bossuet en Huet (Parijs 1674—1730) ; thans in alg. zin gebezigd ten aanzien van gecastigeerde boeken of passages ; — ad usum publiecum, ten algemenen nutte, voor de openbare dienst ; — ad val'vas (acade'micas), aan de deuren (van de universiteit) (aangeplakt, bekendgemaakt) : — ad ver'bum, woord voor woord, woordelijk (vertaald of te vertalen) ; — adverita'tem, overeenkomstig de waarheid ; — ad vi'tam, voor het leven ; — ad vi'tam aeter'nam, tot het eeuwige leven ; voor de eeuwigheid ; — ad vi'vum, 1. naar het leven ;
2. ad vi'vum reseca're, (de nagels) tot op het vlees afsnijden ; fig. het al te nauw nemen, al te streng opvatten (o.a. Cicero, De amicitia 5, 18).