Nuttigen is afgeleid van nuttig en nuttig is afgeleid van nut. Letterlijk betekent nuttigen dus: met nut, met voordeel gebruiken.
Die betekenis kwam vroeger dan ook voor. Hooft vertelt dat plunderaars met hun buit vluchtten om die elders te nuttigen, terwijl er sprake is van kostbaarheden en huisraad. Later is debetekenis verengd tot: zich spijs en drank te nutte maken, dus: verorberen, opeten. Het woord wordt alleen in deftige stijl gebruikt. Het hier genoemde verorberen betekent niet alleen hetzelfde, maar hoort ook op andere wijze bij nuttigen. Oorbaar betekent namelijk: nut. Vondel spreekt over s Lands oorbaer en bedoelt: het voordeel, het nut van de Staat. Vroeger kon verorberen precies als nuttigen betekenen: gebruiken, tot een bepaald doel aanwenden. Ook in dat opzicht stemmen beide woorden overeen.o