Wat is de betekenis van nuttigen?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nuttigen

(nuttigde, heeft genuttigd), (deft.) spijsgebruiken: hebt gij reeds wat genuttigd?

2025-07-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nuttigen

nuttigen - regelmatig werkwoord uitspraak: nut-ti-gen 1. iets als voedsel tot je nemen ♢ hebben jullie al een maaltijd genuttigd? Regelmatig werkwoord: nut-ti-gen ik nuttig jij/u nuttigt...

2025-07-23
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Nuttigen

Nuttigen is afgeleid van nuttig en nuttig is afgeleid van nut. Letterlijk betekent nuttigen dus: met nut, met voordeel gebruiken. Die betekenis kwam vroeger dan ook voor. Hooft vertelt dat plunderaars met hun buit vluchtten om die elders te nuttigen, terwijl er sprake is van kostbaarheden en huisraad. Later is debetekenis verengd tot: zich spijs en...

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nuttigen

v., nuttigje.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nuttigen

nuttigde, h. genuttigd (spijs of drank gebruiken; verorberen, eten, drinken).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nuttigen

(nuttigde, heeft genuttigd) Verh. gebruiken, tot zich nemen: het lichaam des Heren -.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nuttigen

(nuttigde, heeft genuttigd), (deftige taal) voedsel gebruiken, eten: heeft de zieke iets genuttigd?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nuttigen

(nuttigde, heeft genuttigd), gebruiken (spijs of drank): hebt gij reeds wat genuttigd ? NUTTIGING, v. het nuttigen; (R.-K.) communie des priesters, het derde hoofddeel der Mis.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)