Onder een meevallertje verstaat men: een gelukje, een bof, een buitenkansje, letterlijk: een omstandigheid die iemand ‘meevalt’. Wij hebben natuurlijk te maken met een woord dat familie is van het werkwoord meevallen.
Nu kwam dit werkwoord in vroeger tijd voor in een betekenis die wij er thans niet meer aan hechten. Men verstond er namelijk onder: iemands partij kiezen, iemand gunstig gezind zijn. Men leest bijvoorbeeld in de beschrijving van een zeeslag: weer en wind vielen de vloot mee. Daaruit kon gemakkelijk voortvloeien de betekenis: gunstiger blijken te zijn dan de verwachting was. In het gegeven voorbeeld is die betekenis al een beetje aanwezig: weer en wind vielen mee wil immers ook zeggen: waren gunstiger dan men eerst dacht. En dat was natuurlijk voor de vloot een meevaller.