Het Latijnse werkwoord partiri betekent: verdelen. Daarvan komt het Franse partir dat bijvoorbeeld betekent: vertrekken, afgaan (van een schot), ergens uit komen, maar ook: verdelen.
Het zelfstandige naamwoord parti, waarvan ons woord partij komt, heeft ook vele betekenissen, in de eerste plaats die van: politieke groep; daarna ook: besluit, troep, aandeel. Een partipris is: een vooropgezette mening, tirer parti de is: partij trekken van. Ook het Nederlandse partij telt vele betekenisschakeringen. Men denke aan een partij in eenmuziekstuk, aan een deel van een schilderij, aan personen die iemands aanhang vormen: de altpartij, de bospartij, de politieke partij. Maar dan zijn er ook nog: de kibbel partij, de vechtpartij, de logeer partij, de valpartij, de beledigde partij en vele andere partijen.