proces waarbij de frequentie(band) van een elektrisch signaal verschoven wordt naar een frequentie(band) die hoger of lager ligt dan de oorspronkelijke.
Men kan dit bereiken met een niet-lineair element, bijv. een elektronenbuis, halfgeleiderdiode of transistor, en een elektrisch filter, te zamen mengschakeling genoemd. Wanneer men twee spanningen met verschillende frequenties ƒ1 en ƒ2 aan het niet-lineaire element toevoert, ontstaan door vervorming van het signaal diverse frequenties, o.a. ƒ1, 2ƒ1, ƒ2, 2ƒ2, ƒ1 ± ƒ2; in het algemeen: nƒ1 ± mƒ2, waarin n en m geheel zijn of gelijk aan nul. Met het filter selecteert men hieruit de gewenste component, bijv. ƒ1 − ƒ2. Het vermenigvuldigen van twee harmonische trillingen in een daarvoor geschikte schakeling levert in principe alleen de som- en verschilfrequentie. Amplitudemodulatie en -demodulatie kan men beschouwen als een soort frequentietransformatie, aangezien bij amplitudemodulatie drie frequenties ƒ1, ƒ1 + ƒ2 en ƒ1 − f2 ontstaan.
Het doel van de frequentietransformatie kan zijn:
1. de mogelijkheid te scheppen een deel van een toestel in te richten voor het behandelen van een vaste frequentieband, terwijl de frequentie van het ingangssignaal veranderd kan worden, bijv. in een televisie- of radio-ontvanger; 2. een aantal signalen gelijktijdig over dezelfde transmissieweg (kabel, draadloze verbinding) te sturen, bijv. bij draaggolftelefonie.