(Fr.: fixage; Du.: fixieren; Eng.: fixation), het omzetten van de na belichting en ontwikkeling in de fotografische emulsielaag resterende zilverhalogeniden in water-oplosbare complexen. De meest gebruikelijke complexvormer is het thiosulfaation, afkomstig van natriumthiosulfaat (hypo) of ammoniumthiosulfaat.
Mechanisme.
Eerst diffundeert een thiosulfaat-ion naar het oppervlak van een zilverhalogenidekristal, waaraan het onder de vorming van het mono(thiosulfato)argentaat(I)-ion geadsorbeerd wordt. Dit instabiele adsorptiecomplex reageert vervolgens met een tweede thiosulfaat-ion tot het bis(thiosulfato)argentaat(I)-ion, dat van het kristaloppervlak wegdiffundeert.
De houdbaarheid van foto’s is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het fixeer- en spoelproces. Onjuist verwerken kan, evenals het bewaren van archiefmateriaal onder ongunstige omstandigheden, resulteren in verbleken of verkleuren van het fotografische materiaal. De instabiliteit van het beeld kan bijv. veroorzaakt zijn door resten fixeer die met het zilverbeeld kunnen reageren, waardoor beeldkwaliteit en zwarting achteruit gaan, resten zilververbindingen die door licht in zilver en door atmosferische omstandigheden in zilversulfide omgezet kunnen worden, resulterend in een verkleuring van de witte delen van het fotografische beeld, of resten ontwikkelstoffen die bij luchtoxidatie kleurstoffen vormen, waardoor eveneens een verkleuring van de lichte partijen ontstaat. Bepalingsvoorschriften en normen voor de vaststelling van de hoeveelheid niet-beeldmatig en dus ongewenst zilver en thiosulfaat die in de laag achtergebleven zijn, alsmede methoden ter vaststelling van de houdbaarheid van fotografische beelden, zijn onder meer door het International Organization for Standardization (ISO) en het American National Standards Institute (ANSI) opgesteld.
Een aantasting van het zilverbeeld behoeft niet alleen veroorzaakt te zijn door bij de verwerking achtergebleven stoffen in de emulsielaag. Ook oxiderende bestanddelen in de atmosfeer, bijv. afkomstig van uitlaatgassen van auto’s of resten van polymerisatieradicalen in kunststoffen (verpakkingsmateriaal!) veroorzaken vaak een ernstige aantasting van de fotografische zilverbeelden, zich uitend als gele vlekjes.
Zilverterugwinning: om economische en ecologische redenen is het noodzakelijk het zilver uit het fixeerbad terug te winnen. De meest gebruikelijke methode is wel de elektrolytische, enkele andere methoden zijn via staalwolpatronen, via reductie, via neerslaan als zilversulfide en via ionenuitwisseling.
Toxiciteit en milieuaspecten van het fixeerbad: Natriumthiosulfaat is bij concentraties van 10 kg m−3 nog niet giftig, ammoniumthiosulfaat daarentegen al bij 0,5 kg m−3. Voor ammoniumthiocyanaat is een lethale concentratie van ongeveer 0,1 kg m−3 vastgesteld. Het zilverthiosulfaatcomplex blijkt in tegenstelling tot het vrije zilverion veel minder giftig te zijn voor organismen in het water. Aangetoond is dat tot ca. 10 kg m−3 zilver in de vorm van zilverthiosulfaatcomplex onschadelijk is voor biochemische rioolwaterzuiveringsinstallaties. Het vijfdaags biochemisch zuurstofverbruik (BZV5 of BOD5) van verse fixeerbaden ligt tussen 50...100 kg m−3.