Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-01-2025

FENOL

betekenis & definitie

(Fr.: phénol; Du.: Phenol; Eng.: phenol), ook carbol(zuur), of hydroxybenzeen, de verbinding C6H5OH, een bij 43 °C smeltende stof, in 1834 door Runge in steenkoolteer ontdekt.

Fenol wordt bereid door het kaliumzout van benzeensulfonzuur te smelten met KOH (kalismelt) of door verhitten van chloorbenzeen met alkaliën onder hoge druk (dowproces), of, bij het schaars worden van steenkoolteer, uit benzeen en propeen. Het cumeen dat hieruit eerst ontstaat, geeft bij oxidatie fenol en aceton. Door oxidatie wordt fenol aan de lucht spoedig bruin. De stof vindt, behalve als desinfectiemiddel, toepassing o.a. bij de bereiding van kleurstoffen, kunststoffen, kunstmatige looistoffen en pikrinezuur. In een waterige oplossing gedraagt fenol zich als een zwak zuur; met alkaliën vormt het fenolaten.

In het algemeen noemt men verbindingen die een hydroxylgroep aan een aromatische kern bezitten fenolen.

Fenolharsen vormen een groep thermohardende kunststoffen op basis van fenolen of gesubstitueerde fenolen met een aldehyde, bijv. fenolformaldehyde, een polycondensaat van fenol en formaldehyde. Fenolharsen worden gebruikt o.a. als bindmiddel in verf, vooral in combinatie met houtolie. Houtolie-fenolharsvernissen zijn zeer hard en watervast; ze worden gebruikt voor vloeren, banken, enz. De verven ermee bereid worden o.a. gebruikt als lak voor jachten.

< >