methode in land-, tuin- en bosbouw toegepast om ziekten en plagen te bestrijden. Een profylactisch (voorkómend) karakter hebben: quarantainemaatregelen: controle op in- en uitvoer en verplichte behandeling van bepaalde ingevoerde produkten om de verspreiding van ziekten en plagen van het ene land naar het andere tegen te gaan; cultuurmaatregelen: alle teeltmaatregelen waardoor de plant bevoordeeld resp. de parasiet benadeeld wordt; ze omvatten verbetering van microklimaat door juiste keuze van standdichtheid en richting van rijen in verband met overheersende windrichting, verbetering van bodemstructuur, bemesting, drainage enz.; vruchtwisseling, keuze van de juiste rassen in verband met de gegeven omstandigheden, het kweken van resistente rassen, selectie van zaai- en pootgoed, juiste keuze van zaaitijd en zaaidiepte, met lange tussenpozen verbouwen van een gewas op een bepaald stuk cultuurgrond (Wet op de Aardappelmoeheid), geïsoleerd verbouwen van een gewas; uitroeiing van infectiehaarden, overbrengers en tussengastheren, omvattende: ontsmetting van gereedschap, bodem, zaai- of pootgoed; opruiming van dode besmette bomen enz.; bestrijding van insekten enz. die ziekten kunnen overbrengen (bijv. bladluizen); het verwijderen van wilde waardplanten die dezelfde parasiet herbergen als de cultuurgewassen (onkruidbestrijding) en het verwijderen van tussengastheren die voor vele parasieten onmisbaar zijn; voorts maatregelen van sanitaire aard.
Directe bestrijdingsmethoden hebben eveneens een preventief karakter, bijv. het opstellen van hindernissen en afrasteringen tegen wild, netten tegen vogels, lijmbanden om bomen enz.; het aanlokken, vangen en verzamelen van schadelijke dieren; het opstellen van elektrische afrasteringen tegen wild, en worden onderscheiden in fysische, chemische en biologische methodes.
Fysische methoden maken gebruik van temperatuurinvloeden en straling: ontsmetting van bodem of produkten door hoge temperatuur, bewaring in koelhuizen van fruit; het behandelen met ultraviolette straling (tegen bacteriën en schimmels) en voorts bewaring van produkten in luchtledige ruimten of in ruimten gevuld met een bepaald gas (koolstofdioxide) enz.
Chemische methoden passen het gebruik toe van chemische preparaten om parasieten en ziekteoverbrengers te doden, althans hun vermenigvuldiging te beletten, of om ze te verdrijven (repellents).
Biologische methoden beogen bestrijding van parasieten door naast hun natuurlijk voorkomende vijanden ook gebruik te maken van hun antagonisten en concurrenten die niet als zodanig optreden.