(Fr.: épuiser; Du.: erschöpfen; Eng.: to exhaust, to drain), het verwijderen van water door middel van bemalingswerktuigen (meestal het onttrekken van water aan laaggelegen gronden). Het bemalen dient tot handhaving van de gewenste waterstand in een polder of droogmakerij, waar natuurlijke afvloeiing onmogelijk is (tevens zie Bedijken) en stedelijke riolering die niet op natuurlijke wijze kan afvloeien (tevens zie Bronbemaling).
Bemalingswerktuigen worden in polders en in de mijnbouw gebruikt als wateropvoerwerktuig samen met een aandrijvend krachtwerktuig, waarbij de nadruk ligt op het kunstmatige lozen van overtollig water. Het kunstmatig lozen van overtollig water vindt ook plaats bij bronbemaling, een middel tot plaatselijke en vaak tijdelijke verlaging van de grondwaterstand tijdens het uitvoeren van weg- en waterbouwkundige werken zoals bij bouwputten.
Voor de kleinere werken worden bemalingswerktuigen vaak als één geheel uitgevoerd in een pompaggregaat met een benzine- of dieselmotor als aandrijving. De bemalingswerktuigen worden vaak gegroepeerd tot een bemalingsinstallatie in een gebouw dat dan gemaal genoemd wordt, in België pompstation. De wateropvoerwerktuigen worden onderscheiden in de van ouds bekende schepraderen, vijzels en tonmolens. Daarnaast zijn later toegepast zuigerpompen; de moderne grote gemalen worden uitgerust met snel draaiende centrifugaal- en schroefpompen. De pompen in de IJsselmeergemalen kunnen 17 m3 s−1 tot 5 m hoogte opvoeren. De schepraderen en vijzels waren als enige langzaam draaiende wateropvoerwerktuigen geschikt voor de aandrijving door de Nederlandse windmolens die het water niet hoger konden opvoeren dan 1,2...1,5 m. De windmotor in zijn nieuwe vorm is ook geschikt voor pompen; bovendien zijn deze windmotoren zo uitgevoerd dat zij automatisch op de wind kruien door middel van een vaan. De na de windmolens toegepaste stoommachines aan het eind der 18de en begin der 19de eeuw waren gekoppeld aan zuigerpompen; elk werktuig, de stoommachine en de zuigerpomp was daarmee afgestemd op het meest geschikte toerental.
Tegenwoordig zijn geen stoomgemalen meer in bedrijf, maar zijn zij soms nog (museum) te bezichtigen; de bemalingsfunctie is dan overgenomen door nieuwere pompen en efficiëntere krachtwerktuigen. Al deze vernieuwde en nieuwere gemalen maken gebruik van elektromotoren en verbrandingsmotoren als energiebron. Daaronder neemt de dieselmotor een zeer grote plaats in wegens zijn zuinigheid wat energieverbruik betreft en speciaal daar waar de elektriciteit niet direct beschikbaar is, zoals indertijd voor de Zuiderzee- (nu IJsselmeer)polders.