(Fr.: fosse d’aisance; Du.: Aborts-, Senkgrube; Eng.: cesspool), verzamelbak voor fecaliën, voornamelijk uit woonhuizen. De beerputten worden vervaardigd van metselwerk in baksteen, beton of gewapend beton.
De betonputten bestaan uit een bodemstuk, een of meer ringen en een kruinstuk met mangat en deksel. De gewapend-betonputten worden uit één stuk gemaakt. Het beerputstelsel wordt toegepast, wanneer geen directe afvoer naar een hoofdriool of andere mogelijkheid om te lozen aanwezig is. Beerputten worden geheel in de grond geplaatst met de kruin ten minste 0,50 m onder de grondslag. Het ledigen, dat regelmatig moet geschieden, is vaak zeer hinderlijk. Wanneer er veel water wordt verbruikt, is een beerput spoedig vol; om hieraan tegemoet te komen plaatst men achter de beerputten een zgn. overstort of zinkput. Deze combinatie is in geciviliseerde gebieden om hygiënische redenen streng verboden. Mochten hier al beerputten toegelaten worden, dan moeten deze geheel in afgesloten vorm worden gemaakt, en op tijd worden geledigd. Voor kleine geïsoleerde gemeenschappen is dan de zgn. septictank met overloop, zinkput en zandbed nog het laatste toevluchtsmiddel van beperkte capaciteit. Bij grotere gemeenschappen ontkomt men niet meer aan een kleine zuiveringsinrichting.