(Fr.: cendre; Du.: Asche; Eng.: ash), het bij de verbranding van vaste en vloeibare brandstoffen overblijvende vaste produkt, in het bijzonder wanneer dit produkt een min of meer losse consistentie heeft.
In ovens met hoge temperaturen smelt de as, waarbij zich allerlei chemische reacties kunnen afspelen; het steen- of glasachtige materiaal dat dan overblijft, wordt als slak aangeduid.De as van vaste brandstoffen bestaat voornamelijk uit oxiden, of andere verbindingen, van silicium, ijzer, calcium, aluminium, magnesium, titaan, natrium en kalium; soms ook van mangaan, zink, koper, kobalt, vanadium (bestanddeel van as van residuale stookoliesoorten) en nikkel. Zwavel en fosfor komen gebonden voor.
In vele gevallen is het gewenst de samenstelling van een assoort te kennen, waarvoor een geijkte analysemethode bestaat (aangegeven in o.a. DIN 51729). Soms is het van belang hoedanigheden als verwekingspunt, vloeipunt, smeltpunt, resp. smelttraject te kennen; ook hiervoor bestaat een geijkte onderzoekingsmethode (DIN 51730).
In vele gevallen wordt een as benoemd naar de grondstof waarvan zij afkomstig is: de door volledige verbranding van plantaardige stoffen overblijvende plantenas bevat talrijke anorganische zouten zoals kaliumzouten en fosfaten, kolenas bevat voornamelijk klei, ijzeroxide en sulfaten, beenderas bevat hoofdzakelijk calciumfosfaat. Vooral plantenas en beenderas zijn waardevol als kunstmeststof. Vulkanische as ontstaat door zeer fijne verstuiving van magma.