(Fr.: température d’antenne; Du.: Antennentemperatur; Eng.: antenna temperature) of antenneruistemperatuur, een maat voor het door een antenne van een ontvanger ontvangen ruisvermogen: zij komt overeen met de temperatuur die een vervangende weerstand zou moeten hebben om een gelijk ruisvermogen af te geven. Bijdragen tot de antennetemperatuur leveren o.a. weerstanden en andere verliezen van de antenne, achtergrondruis (atmosferische en kosmische ruis) en, afhankelijk van het stralingsdiagram, warmtestraling van de aardbodem en storende straling van apparatuur. De antennetemperatuur is onafhankelijk van de temperatuur van de onderdelen van de antenne indien men de vaak zeer geringe verliesweerstanden van de antenne buiten beschouwing laat.
De term antennetemperatuur wordt in de radioastronomie gebruikt als maat voor de intensiteit van de ontvangen radiostraling: een radiobron heeft een antennetemperatuur TA indien het ontvangen vermogen gelijk is aan het vermogen dat ontvangen zou zijn als het opvangelement van de radiotelescoop zou zijn vervangen door een weerstand met temperatuur TA.
In de satellietcommunicatietechniek wordt met de kwaliteitsfactor (Eng.: figure of merit) van een antenne bedoeld tien maal de briggse logaritme van het quotiënt van de antennewinst (zie Antenne) en de systeemtemperatuur die opgebouwd is uit de antennetemperatuur en de ruis die ontstaat in de ontvanger teruggerekend naar de antenne.