Synoniem van tint

tint - kleur die iets afwijkt van een prismatische kleur. Kleurschakering, schakering, kleurnuance en nuance drukken hetzelfde uit. De kleur van de huid van een mens in de zin van raskenmerk is zijn huidskleur. Gelaatskleur slaat alleen op het menselijk gezicht; een gezonde, frisse of donkere gelaatskleur heet een teint. Een blos is een min of meer kortstondige, rode gelaatskleur; als schaamte de oorzaak is, spreken we van schaamrood of van een schaamteblos. Een felle blos van verlegenheid en dergelijke heet een hoogrood. De tint van oude verflagen op schilderijen noemen we het patina. Een toon is de tint die men bij het schilderen krijgt door een bepaalde kleur te mengen met wat zwart of wit.

Zie: kleur.

tint - zelfstandig naamwoord

1. zwart, wit, geel, rood, blauw of een mengsel daarvan
♢ haar gezicht heeft een gelige tint
1. een feestelijk tintje aan iets geven
[het een beetje feestelijk maken]
2. een gedekte tint
[die rustig is voor de ogen]
2. soort denkbeelden
♢ haar ideeën hebben een religieus tintje

Zelfstandig naamwoord: tint
de tint
de tinten
het tintje

Synoniemen
kleur