Synoniem van inham

inham - in het land inspringend deel van een water, zee, rivier, enzovoort. Een zeearm is lang en smal en vormt een inham in het land. Fjorden worden begrensd door steile bergwanden, zoals aan de Noorse kust. Een baai is een min of meer ronde inham van de zee in het land. Is hij wijd, dan gebruik je het woord zeeboezem. Een golf is ook een baai, maar dit woord komt alleen in combinatie met een geografische naam voor: 'de Golf van Biscaje'.

Het gedeelte der zee, dat in het land binnen¬dringt. Eene insnijding in de kust noemt men baai, bocht, golf. Bocht en golf worden gebezigd van eene insnijding in het land, die zich over eene grootere oppervlakte uitstrekt. Bij bocht is de insnijding min of meer boog¬vormig; terwijl de golf dieper naar binnen dringt. Be bocht van Guinea en de golf van Biskaye. Eene insnijding, welke dieper inloopt en waarvan de opening minder wijd is, noemt men een zeeboezem. Zulk een zeeboezem kan weder kleine bochten en baaien bevatten. Zeer kleine bochten heeten inham. Kleine, smalle, ver landwaarts indringende inhammen dragen den naam van kreek. Inham en kreek (het laatste bij voorkeur) worden ook gezegd van insnijdingen, gemaakt door eene rivier of een meer. Als eene baai zeer lang en betrekkelijk smal is, heet zij een zeearm. Een grooten zeeboezem noemt men binnenzee.

inham - zelfstandig naamwoord
uitspraak: in-ham

1. gedeelte van het land waar het water van de zee of een meer etc. naar binnen komt
♢ we stonden aan het strand plotseling voor een inham waar we omheen moesten
2. kale plekken aan weerszijden van het hoofd
♢ Jan wordt al een beetje kaal, hij heeft twee grote inhammen

Zelfstandig naamwoord: in-ham
de inham
de inhammen
het inhammetje