Synoniem van ervaring

Gezegde(s):
• met de prins over de Maas geweest (= niet ongerept meer)
• hij is met dat water al eens meer bij de dokter geweest
• met vallen en opstaan
• al doende leert men
• zijn sporen verdiend hebben
• vlees van dode paarden gegeten hebben
• vertrouwd zijn met
• van wanten weten
• van vinken weten
• er de weet van hebben
• het klappen van de zweep kennen
• de taal en de weg kennen
• weten waar Abraham de mosterd haalt
• een handje van weghebben
• de slag van iets hebben
• onder de knie hebben
• voor haas en hond gelopen hebben
• weten wat de klok slaat
• weten wat voor vlees men in de kuip heeft
• hij heeft al gepokt en gemazeld
• mijn oude schoenen weten het wel
• de duivel is het branden gewend
• dat paard zal me niet meer slaan
• hij zal mijn koffer niet meer kruien
• experto crede Roberto (= ’vertrouw de man met ondervinding’)
• weten hoe de vlag hangt
• achteraf weet iedereen het beter

Spreekwoord(en):
• gebrande katten vrezen ook koud water
• ’s werelds goed is eb en vloed
• na hoge vloed, laag eb
• wat de vloed bracht, neemt het tij weg
• geen dag die zijn avond niet heeft
• een oude rat vindt licht een gat
• oefening baart kunst
• een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen
• jong geleerd is oud gedaan
• zo de ouden zongen, zo piepen de jongen
• oude hanen zijn moeilijk te plukken
• hij heeft te lang voor de honden gelopen om voor het bassen bang te zijn

zie Ondervinding.

ervaring - zelfstandig naamwoord
uitspraak: er-va-ring

1. wat je op een bepaalde manier voelt of meemaakt
♢ hij vertelde mij zijn ervaringen
1. ervaring hebben
[het eerder gedaan hebben]

Zelfstandig naamwoord: er-va-ring
de ervaring
de ervaringen
het ervarinkje

Synoniemen
ondervinding