• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Winkler Prins Studie

Nu beschikbaar op Ensie! Winkler Prins encyclopedie met afbeeldingen, illustraties, geluidsfragmenten en video's.

Bekijk direct!

Synoniem van dijk

Synoniem van 'n ander trefwoord
  • afscheiding
  • afsluitdijk
  • afsluiting
  • dam
  • hulp
  • vesting
  • Betekenis van dijk
  • Spreekwoorden met dijk
  • Spelling van dijk
  • dijk vervoegen
2019-10-24 2019-10-24
Groot Synoniemenwoordenboek

Groot Synoniemenwoordenboek

P.G.J. van Sterkenburg (1991)

dijk

dijk - waterkering langs een waterloop om het achterliggende land te beschermen tegen hoogwater. Ringdijken of omdijkingen liggen rond een of meer polders. De binnendijk keert geen water (meer); voor het geval de - wél waterkerende - buitendijk breekt, onderhoudt men binnendijken soms nog; ze heten dan slaper of slaperdijk. Een buitendijk langs de zee noem je een zeedijk; ligt er een slaperdijk achter, dan is het een waker of wakerdijk. Binnendijk kan - vreemd genoeg - ook een buitendijk langs een binnenrivier aanduiden, maar deze ligt dan niet langs een benedenrivier. Rivieren hebben een rivierdijk, bandijk geheten wanneer deze dijk de hoofdwaterkering vormt. Laag en smal is een kade.

Zie: waterkering.

2020-10-14 2020-10-14
Handwoordenboek synoniemen

Handwoordenboek synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Dijk

Waterkeering is de algemeene naam. Dijk is eene waterkeering langs een water, dam eene waterkeering dwars door of voor den ingang van een water; hoofd, eigenlijk het hoofd van den dijk, een door kunst aangelegde haveningang die dient om den golfslag van het uitstroomende water te breken en om de ophooping van zand of slib te beletten. Het schip lag voor het hoofd. Beer is een muur met smallen rug, die óf dient om een dijk bijzonder te ver-sterken, óf om een kleiner water van een grooter af te scheiden, waar men, wanneer men een dam aanbracht, een middel tot communicatie zou aan¬brengen, dat men niet begeert, b.v. in het rayon eener vesting. Dam wordt dikwijls figuurlijk gebruikt. Een dam tegen willekeur opwerpen. Het hek is van den dam. Een haan is stout op eigen dam = te huis gevoelt ieder-een zich beter op zijn gemak dan elders.

2017-11-14 2017-11-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dijk

dijk - zelfstandig naamwoord

1. aarden wal die het land tegen het water beschermt
♢ om de leeggemalen polder loopt een dijk
1. iemand aan de dijk zetten
[ontslaan, of de verkering uitmaken]
2. een dijk van een huis, salaris, etc.
[heel groot, geweldig]

Zelfstandig naamwoord: dijk
de dijk
de dijken
het dijkje

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Categorie
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren?
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden