schertsend van een man en een vrouw gezegd die in onwettige gemeenschap met elkaar leven, die getrouwd zijn zonder „boterbriefje”. Ook in Groningen en Deventer is over de puthaak trouwen bekend; het wordt daar alleen gebruikt van vreemden, b.v. polderwerkers, landlopers enz. In het Fri. zegt men ook oer de biezemstôk trouwe, waarvoor elders gezegd wordt over de bezem trouwen naast achter de haag getrouwd zijn, waarmee te vergelijken is achter de steen getrouwd zijn (Harreb. 2, 302b), Zndl. over de halve deur getrouwd zijn. De uitdr. berust op een werkelijke ceremonie, waarvan ook in andere landen equivalenten bestaan. W. Dijkstra deelt in Uit Friesland’s Volksleven naar aanleiding van de uitdr. de polderjongens trouwe oer ’e putheak mee: „Twee hunner, reeds op jaren, houden het werktuig ieder bij een einde vast, bruidegom en bruid springen er over en ’t huwelijk is gesloten”. Het huwelijk wordt dan tegenover de putbaas voltrokken. Vgl. een soortgelijke ceremonie eertijds bij de negerslaven in Amerika, waarover in een vrij recente Amerikaanse roman1) te lezen staat; „me and my woman, us just jumped over a broom, and Mister Sulky, he say, ‘All right now, Jesus, you is married.’” Fr. être marié d la mode de Bretagne, du côté gauche; un mariage sous la cheminée; s’être marié d l’autel de la nature, au treizième arrondissement; un mariage de Jean de Vignes; Hd. sich polnisch verheiraten; Eng. to be married over the broomstick; to jump the besom; to marry with a curtain-ring (of with a rush).
1) Truman Capote, Other voices, other rooms (1948).
Gepubliceerd op 30-07-2020
Over de puthaak getrouwd zijn
betekenis & definitie