Hij ziet scheel

Hij is dronken

Iemand scheel aankijken

Iemand benijden

Beter scheel dan blind

Men moet uit twee kwaden altijd het minst slechte kiezen

Beter scheel dan blind

Van twee kwaden moet men ’t minste kiezen

Beter scheel dan blind

Beter wat dan niets: van twee kwaden het minste kiezen

Zich scheel aan iets betalen

Zeer veel voor iets moeten betalen

Hij kijkt scheel van de honger

Hij heeft veel honger

Zo scheel zijn als de hondewacht

Erg scheel zijn

Hij kijkt zo scheel als een otter

Hij kijkt zeer scheel

Hij ziet zo scheel als een otter

Van iemand gezegd die zeer scheel ziet

Zijn respect bewaren als een scheel varken

Zijn respect volkomen verliezen

Scheelzien van de honger

Eigenlijk: duizelig zijn van de honger en daardoor slecht kunnen zien

Dat scheelde geen haar

Dat was bijna mislukt

Hij liegt dat hij scheel ziet (of: zwart wordt)

Hij liegt onbeschaamd

Het scheelde haar of draad

Het scheelde uiterst weinig (of ’t was raak)

Dat scheelt een dwarsstraat

Dat scheelt een heleboel

Dat scheelt een dwarsstraat

Dat is iets anders (dan hetgeen gij eerst hebt gezegd b. v.)

Dat scheelt drie stuiver!

Dat is iets anders (dan hetgeen gij eerst hebt gezegd b. v.)

Het scheelt geen koe

Het scheelt niet zo heel veel

Het scheelt hem in de hersens

Hij is niet goed bij zijn hoofd

Het scheelt hem onder de muts

Hij is niet goed wijs

Bij elkaar passen gelijk het scheelken op de pot

Goed bij elkaar passen

dat scheelt een slok op een borrel

dat maakt een groot verschil, dat scheelt nogal wat in de prijs.
toon meer resultaten