Sinterklaaslexicon

Marie-José Wouters (2009)

Gepubliceerd op 24-10-2019

Sinterklaasrijmen

betekenis & definitie

In 2000 schreven we gezamenlijk 12,4 miljoen sinterklaasgedichten: 3,4 miljoen volwassenen schrijven gemiddeld 3,6 → gedichten.

Rijmen was een bekend middel om verhalen en gebeurtenissen gemakkelijker te onthouden. Zeker in de tijd dat de meeste mensen niet konden lezen of schrijven, was dit de manier om geschiedenissen te blijven onthouden. In de 17de eeuw waren er gelegenheidsgedichten: voor jubilea, verjaardagen en Nieuwjaar werden gedichten (of wensen op rijm) gemaakt en voorgedragen. Er zijn ook gedichten op kaarten bekend, die door een jongen of een meisje anoniem aan de ander geschonken werden, zoals dat bij een speculaasvrijer ook gebeurde.

Zoals bij → ommekeerfeesten beschreven, is het uiten van kritiek essentieel voor het sinterklaasfeest. Rijmen hoort tot de reinigingsrituelen: door het gerijm wordt de kritiek verzacht, maar het lucht wel op en daarna kunnen we weer op de oude voet verder. Bovendien is iedereen zowel kritiekgever als -ontvanger: een rituele gezinstucht. In samenlevingen als de onze, waar de verbanden intensief en gecompliceerd zijn, blijkt het nog steeds nodig om regelmatig stoom af te blazen en iedereen op zijn of haar plek te zetten.

De bedoeling van onze rijmelarij is dus enerzijds de ontvanger op mild-spottende wijze te kapittelen over een bepaalde eigenschap dan wel iets te noemen wat de ontvanger het afgelopen jaar heeft meegemaakt, anderzijds de inhoud van het pakje in raadselen te omschrijven.

Volgens de Germaans-mythische theorie zou het rijmen een voortbrengsel zijn van de dichtkunst die → Wodan uitvond, maar ook van de rijmende winterreus Nörwi, de zwarte vader van Nott, de nacht (vandaar ook het nachtfeest in de winter).

→ Gedicht → Knittelvers Middag, 1996; Pleij, 1998.

< >