Sinterklaaslexicon

Marie-José Wouters (2009)

Gepubliceerd op 24-10-2019

Sinterklaas bronnen

betekenis & definitie

Bronnen zijn historische documenten of geschriften waaruit men kennis over een persoon of gebeurtenis kan putten. Over de heilige Nicolaas bestaan geen bronnen uit de tijd waarin hij leefde (3de/4de eeuw); de vroegste bron is uit de 5de eeuw. Onzeker is of de bronnen steeds dezelfde historische figuur betreffen, waarschijnlijk is de figuur van de heilige Nicolaas een samenstelsel van een aantal bestaande en fictieve personen. De bronnen zijn vermeld in chronologische volgorde.

1.Vermelding van Nicolaas in het Encomium (loflied) van Proclus, patriarch van Constantinopel († 446). Aan de echtheid van deze bron wordt echter getwijfeld.
2.→ Legenden over Nicolaas uit de periode van 460 tot 580, verzameld in de Praxis de Stratelatis. Al in 580 wordt hieruit geciteerd. Het vroegste handschrift dat bekend is, stamt uit de 10de eeuw.
3.Eustrathios, een priester in de Hagia Sofia in Constantinopel, noemt omstreeks 564 in een theologische verhandeling de legende van de drie generaals (→ Legende 14). De vita (levensbeschrijving) van Nicolaas zelf is verloren gegaan.
4.Andreas (ca. 660-740), aartsbisschop op Kreta, vergelijkt in een feestrede ter gelegenheid van een processie de heilige Nicolaas met achtereenvolgens een boer, een architect, een soldaat, een engel en een zeeman. Basis voor de vergelijkingen zijn verschillende → legenden, die dan dus al bekend zijn.
5.Vita per Michaelem, levensbeschrijving van Nicolaas in 52 hoofdstukken, tussen 814 en 842 opgesteld, toegeschreven aan de archimandriet (opperabt) Michael, een monnik van het Studionklooster in Constantinopel. Het werk, Leven, werken en wonderdaden van onze Vader Nikolaos, bisschop van Myra in Lycië, is het oudste en belangrijkste levensverhaal van Nicolaas en de bron voor latere
6.Loflied op Nicolaas, opgetekend door abt Methodios, patriarch van Constantinopel van 843 tot 847. Zijn notities dateren uit de periode 817 tot 843.
7.Encomium Methodii, een mooiere en uitgebreidere versie van het loflied van Methodios (zie 6). Werd al vroeg vanuit het Grieks vertaald in het Armeens en Oudslavisch.
8.Vita beati Nicolai episcopi, de eerste Latijnse vita van Nicolaas, in 880 in Napels geschreven door diaconus (deken) Johannes. Door deze vita werd Nicolaas bekend in het Westen. Johannes ging uit van de Griekse tekst van Methodius ad Theodorum (zie 6).
9.Feestrede over Nicolaas van Niketas Paphlagon, geschreven voor 890. Hij noemt voor het eerst de deelname van Nicolaas aan het → Concilie van Nicea.
10.Synaxariavita, tekst voor het feest van Nicolaas in de Byzantijnse liturgie. Dateert van rond 900 en wordt nog steeds gebruikt tijdens de orthodoxe eredienst. Bevat ook fragmenten uit het leven van Nicolaas van Sion.
11.Vita compilata, een levensbeschrijving van Nicolaas, tussen 860 en 975 geschreven door een anonieme schrijver. Hierin zijn vijf verschillende bronnen samengevoegd plus de levensbeschrijving van Nicolaas van Sion. De ouders van Nicolaas van Sion worden met name genoemd.
12.Vita per Metaphrastem, omstreeks 1000 geschreven door Symeon Metaphrastes, Byzantijns staatsman, historicus en hagiograaf (schrijver van heiligenlevens). De levensbeschrijving van Nicolaas is een bewerking van de Vita per Michaelem (zie 5) met toevoegingen uit de Vita compilata (zie 11) en de Synaxariavita (zie 10). De belangrijkste vijf wonderen staan hierin beschreven. Voor de westerse Nicolaasliteratuur is dit de standaardbron.
13.Levensbeschrijving van Nicolaas in de Duitse taal, in de 10de eeuw overgeschreven uit een ouder handschrift door Wandelbertus, monnik van een klooster te Prüm. In 1568 wordt in Leuven een gedrukte versie van dit handschrift uitgegeven.
14.Vita Sancti Nicolai, geschreven door Otloh in 1062 in Duitsland.
15.Het leven van Nicolaas op rijm, een verzameling verhalen bijeengebracht door Robert Wace, een Normandisch geestelijke (1100 tot ca. 1175), gebaseerd op de vita van deken Johannes (zie 8).
16.Encomium Neophyti, een lofrede op Nicolaas met een beschrijving van zijn leven door Neophytos, Cypriotisch priester en monnik (geboren ca. 1134), geschreven rond 1200. Hij wordt beschouwd als een van de eerste Nicolaas-biografen.
17.Leven van Nicolaas in het Speculum Historiale van Vincentius Bellovacensis (Vincent van Beauvais), die leefde van 1190 tot 1264.
18.Uitgebreid levensverhaal van Nicolaas in de Legenda Aurea (‘Gouden legende’), een van de populairste boeken met heiligenverhalen in de middeleeuwen, verzameld door Jacopo da Voragine, geboren te Varaggio in 1230 en gestorven als aartsbisschop van Genua in 1298. Al in 1357 verscheen er in Gent een Nederlandse vertaling door Vranke Callaert. Later, toen de boekdrukkunst opkwam, verschenen meer vertalingen, bijvoorbeeld in 1478 in Gouda en in 1484 in Delft.
19.Breviario dei Predicatori, brevier van de katholieke kerk uit 1568, met een verzameling heiligenlevens, waaronder dat van Nicolaas. Het was bedoeld voor geestelijken om te gebruiken voor preken. Door het brevier werd Nicolaas in stad en land beroemd.
20.Odericus Vitalis beschrijft omstreeks 1100 de → translatie van Nicolaas en hoe Willem de Veroveraar Sint-Nicolaas aanroept tijdens een storm.
21.Levensbeschrijving van Nicolaas in de Generale Legenden der Heyligen vergadert uyt de H. Schrifture, oude Vaders, ende registers der Heylighe Kerke, geschreven door Petrus Ribadeneira S.J. en Heribertus Rosweydus in de 16de eeuw.

Dit geschrift heeft samen met de Legenda Aurea (zie 18) veel bijgedragen tot de verspreiding van de verhalen over Nicolaas.

22.Zevendelige geschiedenis van het leven, de wonderen, de overbrenging en de verering van de ‘zeer beroemde belijder van Christus, de heilige Nicolaas, de grote, de aartsbisschop van Myra’, geschreven door Antonio Beatillo van Bari in 1620. Nog steeds is dit boek een belangrijke bron.
23.Verzameling van Russische volkslegenden over Nicolaas, in 1859 bijeengebracht door A. Afanasjev en vanwege de censuur in Londen uitgegeven.

Blom, 1998; Cioffari o.p., 1994; Ghesquiere, 1989; Jones, 1978; Meisen, 1931; Mezger, 1993; Rijsterborgh, 2003.

< >