Beweging. Motus ... dicitur actio secundum quod est actus agentis, ut ab hoc, dicitur ... passio secundum quod est actus patientis, ut in hoc, s. THOMAS, COMM.
IN III PHYSIC., LEGT. 5, N° 13, Beweging heet werking in zpover ze een daad is van den bewerker en van hem uitgaat, lijding heet ze in zoover ze de daad is van wie ondergaat en in hem geschiedt. — Motus non est ens completum, sed est via in ens quasi medium quid inter potentiam puram et actum purum, s. THOMAS, COMM. IN IV SENT. D. I, Q. I, A. 4, QLA 5, SOI.. 2, Beweging is geen volledig wezen, maar is de weg tot het wezen en als het midden tusschen louteren aanleg en loutere daad. — Motus magis dicitur ad ens quam ens, S.
THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 27, A. 4, AD 5, Beweging heet meer tot het wezen dan wel zelf wezen te zijn. — Cum motus ... sit actus imperfectus, omne autem quod est imperfectum, sub eodem genere cadit cum perfecto non quidem sicut species sed per reductionem (sicut materia prima est in genere substantiae), necesse est quod motus non sit praeter genera rerum in quibus contingit esse motum, s. THOMAS, COMM. IN III PHYSIC. LECT.
I, N° 7, Daar beweging een onvolmaakte daad is en alles wat onvolmaakt is bij hetzelfde geslacht thuishoort als wat volmaakt is hoewel niet als een ondersoort, maar als iets dat er toe herleid wordt, zpoals de eerste stof tot het geslacht zelfstandigpeid, zoo de beweging niet iets zijn buiten het geslacht der dingen waarbij ze voordoet. — Dicitur motus simpliciter unus, qui est unus numero secundum suam essentiam, S. THOMAS, COMM. IN V PHYSIC. LEGT. 6, N° 5, Onvoorwaardelijk één heet die beweging die naar haar wezenheid getallijkerwijze één is. — Totalitas motus accipitur per considerationem animae, comparantis priorem dispositionem mobilis ad posteriorem, s. THOMAS, COMM. IN IV PHYSIC.
LECT. 23, N° 5, Het geheel van de beweging wordt verkregen door de beschouwing van de ziel, wanneer ze de eerste gesteltenis van het beweeglijke met de verdere vergelijkt. — Sunt ... numero tria circa quae consistat unitas motus, scilicet subiectum quod movetur, et genus vel species, in qua est motus, et tempus, quando movetur, s. THOMAS, COMM. IN v PHYSIC, LECT. 6, N° 5, Daar zijn drie dingen waar het voor de eenheid der beweging op aankomt, het subjekt namelijk dat bewogen wordt, het geslacht of de soort waarbinnen de beweging geschiedt, de tijd eindelijk wanneer de beweging zich voor doet. — Cuius lib et... motus unitas ex termino principaliter consideratur, s. THOMAS, COM. IN I ANAL. POST.
LECT. 41, N° 7, Den beweging ontkent haar eenheid vooral aan haar einddoel. — Cum motus sit de subiecto in subiectum, subieta autem sint in aliquo genere pracdicamentorum, necesse est quod species motus distinguantur secundum genera praedicamentorum, S. THOMAS, COMM. m V PHYSIC. LEGT. 3, N° 2, Daar de beweging van één subjekt op de andere overgaat en de subjekten bij een of ander geslacht van hoofdbegrippen thuishooren, zoo zullen de verschillende soorten van beweging naar de verschillende geslachten van hoofdbegrippen worden ingedeeld. — Motus comparatur ad quietem et ut ad principtum, et ut ad terminum, Beweging verhoudt zich tot rust én als tot haar beginsel en als tot haar einddoel. — Motus specificatur ex termino, Een beweging betrekt haar geaardheid van het eindpunt waarop uitloopt. — Impossibile est motum fieri « aut corrumpi » id est de novo incepisse aut ... totaliter desiturum esse, s. THOMAS, COMM. IN XII METAPHYS. LEGT. 5, Het gaat niet aan dat beweging zou ontstaan of te niet gaan, dit is opnieuw aanvangen of volkomen ophouden. — Diversi ... motus diversa principia motiva requirunt, s.
THOMAS, QU. DISP. DE ANIMA A. 13, c., Verschillende bewegingen onderstellen verschillende aandrijvende beginselen. — Oportet ... subiectum mutationis et enotus alterum esse per se loquendo, ab utroque terminorum motus, s. THOMAS, COMM. IN VII METAPHYS. LECT. 2, Het subjekt van verandering en beweging zal, strikt genomen, immer van beide uitersten der beweging verschillen. — Motus intensior est in fine, quam in principio, Beweging is bij het eind feller dan bij hel begin. — Quatuor s(u)nt motus, latio, alteratio, accretio atque decretio, ARISTOTELES, I DE ANIMA C. 3 ; 406, B, 13, Er zijn vier bewegingenverplaatsing, verandering, afneming en groei, FRAENKEL 48. — Motus ab intrinseco, Beweging van binnen uit, TERBURG 134. Motus accretionis, Aangroei, toename. Motus affectus, Gemoedsbeweging. Motus alterationis, Hoedanigheidsverandering. Motus animalis, Dierlijke beweging. Motus appetitus, Beweging van het streefvermogen. Motus augmenti, Toename. Motus automaticus, Van zelf voortkomende beweging. Motus caelestis, Hemelbeweging. Motus communis, Gemeenschappelijke beweging. Motus concupiscentiae, Beweging der begeerlijkheid. Motus continuus, Aanhoudende beweging. Motus contra naturam, Tegennatuurlijke beweging. Motus corporalis, Lichamelijke beweging. Sicut omnes motus corporales reducuntur in motum caelestis corporis sicut in primum movens corporale, ita omnes motus tam corporales quam spirituaies reducuntur in primum movens simpliciter, quod est Deus, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 109, A. I, C., Evenals alle lichamelijke beweging op een beweging van een hemelsch lichaam als op den eersten lichamelijken beweger teruggaat, evenzoo zijn alle, zoo lichamelijke als geestelijke bewegingen op een onvoorwaardelijk eersten aandrijver, dit is op God, aangewezen. — Motus corruptionis, Ontbindingsbeweging. Motus decrementi, Afname. Motus decretionis, Afname. Motus deliberatus, Beraden beweging. Motus diminutionis, Afname. Motus discursivus, Redeneerende beweging. Motus elicitus, Uitgelokte beweging. Motus extra naturam, Buitennatuurlijke beweging. Motus imperatus, Bevolen beweging. Motus imperfecte deliberatus, Onvolkomen beraden beweging. Motus imperfectus, Onvolmaakte beweging. Motus indeliberatus, Onberaden beweging. Motus inferior, Lagere beweging. Motus inordinatus, Ongeregelde beweging. Motus instantaneus, Ondeelbare beweging. Motus intellectualis, Verstandelijke beweging. Motus intellectus, Verstandsbeweging. Motus localis, Plaatselijke beweging, FRAENKEL 66; DOODKORTE, MAAT EN METEN 9, verplaatsende beweging, FRAENKEL 56. Localis motus immedialus non potest dari, Onmiddellijke plaatselijke beweging is er niet. — Motus ... localis est perfectior et naturaliter prior quam motus alterationis, s. THOMAS, SUM.
THEOL. I, Q. 78, A. 3, C., Plaatselijke beweging is volmaakter en in natuurlijk opdicht eerder dan hoedanigheidsverandering. — In motibus ... corporalibus perfectior es et primi sunt locales, S. THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. 180, A. 6, c., Onder de lichamelijke bewegingen is plaatselijke beweging de voortreffelijkste en eerste. — Localis motus est omnium perfectissimus, Piaatselijke beweging is de voortreffelijkste van al. — Motus localis adaequatus, Plaatselijke beweging in eigenlijken zin. Motus localis inadaequatus, Plaatselijke beweging in oneigenlijken zin. Motus naturalis, Natuurlijke beweging. Motus non continuus, Niet aanhoudende beweging. Motus per accidens, Gevallijke beweging. Motus perfectus, Volmaakte beweging. Motus perpetuus, Altijd durende beweging. Motus per se, Wezenlijke beweging. Motus praeter naturam, Buitennatuurlijke beweging. Motus primo-primus, Volkomen onberaden beweging. Motus primus, Eerste beweging, QUAADVLIET II, 51. Motus proprius, Eigen beweging. Motus reflexus, Teruggaande beweging. Motus secundo-primus, Half overlegde beweging, half beraden beweging. Motus secundus, Beraden beweging. Motus sensibilis, Zintuigelijke beweging. Motus simplex, Enkelvoudige beweging. Motus spiritualis, Geestelijke beweging. Motus spontaneus, Uit het subjekt voortkomende beweging. Motus successivus, Deelbare beweging. Motus sui, Zelfbeweging, DE GROOT, DENKERS OVER ZIEL EN LEVEN 31. Motus violentus, Gewelddadig opgedrongen beweging. Motus vitalis, Levensbeweging, BEYSENS, NATUURPHILOSOPHIE 189. Motus voluntarius, Willijke beweging. Motus voluntarius directe et in se, Rechtstreeks in zich zelf willijke beweging. Motus voluntarius in causa, In haar oorzaak willijke beweging. Motus voluntarius indirecte, Onrechtstreeks willijke beweging. Motus voluntatis, Wilsbeweging. Omnis motus voluntatis, quo applicantur aliquae virtutes ad operandum, reducitur in Deum sicut in primum appetibile et in primum volentem, S. THOMAS, SUM.
C. GENT. in, 67, Elke wilsbeweging waardoor krachten tot handelen worden gebracht, gaat op God als op het eerste begeerbare en het eerste willende wezen terug.