Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

houreg, haurik, hourik, frotterhaurik

betekenis & definitie

(in joodse kringen) slechte vent; kwaadaardig persoon; schurk. Hourekte is de vrouwelijke vorm.

Betekenisovergang van het Hebreeuwse horeeg (moordenaar). Bij Querido vinden we frotterhaurik, omschreven als ‘dwarse naarling’.

Vgl. hork.Jij! jij!... de dochter van zo’n haurik! (Herman Heijermans, ’n Jodenstreek, 1892)

Josua zweeg en dacht: loop naar de rasjmedaï frotterhaurik! (Israël Querido, Het volk Gods, 1932)

Het vorderde enige tijd eer ik het arsenaal van mijn Pijpse scheldwoorden had verrijkt met lieflijkheden als: verschwarsternar, gammer, frotter, hourik, mesjoggene hond en andere germanismen. (Piet Bakker, Jeugd in de Pijp, 1946)

< >