De eerste die anderen met argusogen gadesloeg ‘met wantrouwen bezag’ was Argus, een reus uit de Griekse mythologie. Hij had honderd ogen, die over zijn hele lichaam verspreid zaten. Al die ogen kwamen uitstekend van pas, want hij was de bewaker van de koe Io. Waarom die koe bewaakt moest worden? Over de reden kunnen we lezen in de Metamorfosen van Ovidius. De oppergod Zeus (door de Romeinen Jupiter genoemd) was de echtgenoot van godin Hera (Juno), maar had overspel gepleegd met Io, een priesteres van Hera. Om zijn vrouw te misleiden veranderde Zeus Io in een witte koe, maar Hera had hem door, en vroeg de koe als geschenk. Zeus kon haar dat niet weigeren. Voor alle zekerheid stelde Hera de koe onder bewaking - de taak van Argus.
Vervolgens kwam Zeus weer in actie: hij stuurde de god Hermes op Argus af. Deze bracht de reus in slaap en doodde hem. Gelukkig gingen Argus’ ogen niet verloren: die werden door Hera overgebracht op de staart van een pauw.