Degene die in het verre verleden als eerste DE KASTANJES UIT HET VUUR MOEST HALEN was niet een mens maar een hond. Een oude fabel bij ons al in de zestiende eeuw bekend gaat als volgt.
Een aap kreeg trek in gepofte kastanjes en wilde ze uit het vuur halen; maar hij was bang om zich te branden. Naast het vuur lag een hond te slapen. De aap gebruikte nu de poot van de slapende hond om de kastanjes te pakken. In de zeventiende eeuw nam De la Fontaine de fabel in zijn verzameling op. Bij hem is er echter geen sprake van een hond maar van een kat.