In de uitdrukking kant en klaar ‘klaar om gebruikt te worden’ zijn kant en klaar synoniem. De oudste betekenis van kant was ‘hoekig, haaks, met nette kanten, kantig’. Timmerhout werd ‘kant’ gezaagd. Hieruit ontwikkelde zich de betekenis ‘deugdelijk, naar behoren’, en daaruit weer: ‘gereed, klaar’. In het prille begin werd de uitdrukking ook in andere volgorde gebezigd. Schipper Willem Ysbrantsz. Bontekoe schreef in 1619 in zijn scheepsjournaal: ‘De mast klaer sijnde, setten onse stengh daer weder op. En kregen alle dingh weder klaer en kant.’
De uitdrukking kant en klaar werd op schepen veel gebruikt. In een gedicht over een walvisvaarder heet het:
Sit vast, de riemen in,
De lijnen kant en klaar, dat’s we’er een nieu begin,
De Harpoenier schiet toe.
En het zal wel via onze zeelieden zijn geweest dat deze Nederlandse uitdrukking ook in andere talen terechtkwam. De Denen zeggen kant og klar, de Noren kant o klaar.