Een hypallage is een stijlfiguur (wijze van uitdrukken waarmee een verrassingseffect bereikt wordt). Het Griekse hupallagè betekent ‘verandering, verwisseling’; het is opgebouwd uit hupo(‘onder’) en allassein (‘verruilen’).
Met hypallage verwijzen we naar een bijzondere combinatie van een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Er verschuift in dit geval iets in de relatie tussen deze woorden: het bijvoeglijk naamwoord staat weliswaar voor zijn kern, maar het verwijst naar iets of iemand anders, bijvoorbeeld de waarnemer. Enkele voorbeelden zijn:
• de warme bakker (niet de bakker is warm maar zijn brood);
• een boze brief (niet de brief is boos, maar de schrijver van de brief);
• ik zit graag in die luie stoel (niet de stoel is lui, maar je kunt er lui in zitten);
• een goed glas wijn (niet het glas is goed maar de wijn).
Sommigen spreken in dit verband ook wel over ‘indirect taalgebruik’.