‘de onderlinge verstandhouding is prima’. Het gezegde is alleen te begrijpen als we weten dat boom in dit geval een samengetrokken vorm is van bodem (zoals bijvoorbeeld mee is ontstaan uit mede).
De uitdrukking botertje tot de boom bestaat al vanaf de vijftiende eeuw. De letterlijke betekenis was dat een vat helemaal tot de bodem toe, met goede boter gevuld was en dat er dus niet met de kwaliteit van de boter was gesjoemeld. Bedrog is van alle tijden, en het kwam dan ook geregeld voor dat de leverancier onder in het vat zout of vet had gedaan, of dat het vat een dubbele bodem had. Om de kwaliteit van de botervaten te controleren gebruikte men een boterboor. Dit was een soort appelboor, maar dan groter.