Gezegden

Riemer Reinsma (1998)

Gepubliceerd op 17-04-2025

Freischwebende Intelligenz

betekenis & definitie

Deze uitdrukking wordt in het Nederlands soms een beetje ongelukkig vertaald met vrij zwevende intelligentie. Ze is bekend geworden door de Duitse socioloog Karl Mannheim (1893-1947), die haar zelf naar eigen zeggen had ontleend aan de Duitse econoom en socioloog Alfred Weber (1868-1958).

Mannheim gebruikte de zinsnede voor het eerst in zijn verhandeling Das konservative Denken (1926). Het woord Intelligenz is hier synoniem met ‘intelligentsia, intellectuelendom’. Met freischwebende Intelligenz doelde hij op een type intellectuelen dat relatief onpartijdig is; dat wil zeggen, zij treden niet op namens een politieke partij of een andere belangengroep, in tegenstelling tot veel andere intellectuelen. Volgens Mannheim is de freischwebende Intelligenz beter in staat tot een breed en onafhankelijk perspectief dan de andere intellectuelen.

Tegenwoordig heeft de uitdrukking veelal een ongunstige gevoelswaarde. Zo schreef het Maastrichtse universitaire blad Observant in 2000 met kennelijke tevredenheid over de eigen universiteit dat deze ‘geen broedplaats meer [is] van freischwebende Intelligenz, maar een plek waar je een beroepsopleiding voor topfuncties volgt’. Freischwebende Intelligenz zweeft niet meer, maar woont tegenwoordig in een ivoren toren.

< >