Gezegden

Riemer Reinsma (1998)

Gepubliceerd op 17-04-2025

Er staat niet wat er staat

betekenis & definitie

De dichtregel Er staat niet wat er staat heeft de status van spreekwoord gekregen. De zin komt uit het gedicht ‘Awater’ (1934) van Martinus Nijhoff, en wil zoveel zeggen als: de schrijver bedoelt iets anders dan hij schrijft. In het genoemde gedicht beschrijft Nijhoff de kantoorzaal waar een geheimzinnige man, de accountant Awater, werkt:

Het wordt stil, het wordt warmer in de zaal.

Steeds zifter waait dun ratelend metaal.

Op zeker ogenblik komt er uit Awaters schrijfmachine, na de gebruikelijke kolommen met boekhoudkundige cijfers, een zeer bijzondere tekst:

De schrijfmachine mijmert gekkepraat.

Lees maar, er staat niet wat er staat.

Er staat: ‘O moeder, nooit zult gij de bontjas dragen

waarvoor elk dubbeltje werd omgedraaid,

en niet meer ga ik op mijn vrije dagen

met een paar bloemen naar het hospitaal,

maar breng de rozen naar de Kerkhoflaan

Dit staat er, en Awater’s strak gelaat

geeft roerloos zijn ontroering te verstaan.

Zoals bij veel geliefde spreekwoorden zijn er diverse varianten bedacht. Zo schreef de dichter Arie van den Berg onlangs over ‘het grootste verwijt dat je dichters kunt maken: er is geen moment [...] waarop er staat wat er niet staat’. Een andere zinspeling op Nijhoffs adagium vinden we in de titel van een in 1996 verschenen boek Er staat wat er staat, waarvan de auteurs ervoor ‘willen [...] zorgen dat schrijvers en lezers hun vingers juist wél achter de tekst krijgen om de taal zo effectief mogelijk te gebruiken’.

Interessant was de discussie die onlangs in het Nederlands Dagblad gevoerd werd naar aanleiding van Nijhoffs zin. In een artikel over de vraag of homofilie wel of niet toelaatbaar was, had iemand geklaagd dat de argumenten daaromtrent veel te weinig aan de bijbel ontleend werden. De bijbel werd eenvoudig ‘niet van toepassing’ verklaard onder het motto ‘Er staat niet wat er staat.’ Een andere scribent merkte vervolgens op dat we Nijhoffs dichtregel zó niet mogen opvatten. ‘Een eerste laag moet niet strijdig zijn met een volgende. Er zou moeten staan: lees maar, er staat méér dan er staat.’

< >