Het zal al lang geleden zijn dat iemand voor het laatst wist wat snars betekent; het woord dat voorkomt in de uitdrukking ER GEEN SNARS VAN BEGRIJPEN. Een snars was een teug of slok van een drank.
In een boek van omstreeks 1800 lezen we: ‘(Wij) ontfingen dan hier voor een snars om ’t hart te laven of voor een bete spijs’. Maar op dat moment was de betekenis ‘teug’ allang aan het vervagen en kreeg ‘snars’ een ruimere strekking. Al in 1720 gebruikte de dichter Pieter Langendijk het in verband met vast voedsel: ”k Heb zo’n honger, of ik een half jaar gien snars geproeft had.’ In de negentiende eeuw verdween ieder verband met eten of drinken.