De schepper van een lelijk eendje is Hans Christian Andersen (1805-1875).
De uitdrukking komt uit een van zijn sprookjes en duidt een persoon aan die zich ongunstig onderscheidt van de rest van een groep, maar zich na ver loop van tijd beter ontwikkelt dan de anderen. In dit sprookje treft een eendenmoeder tussen haar eieren een buitenmodel ei aan dat veel later uitkomt dan de andere. Uit het ei komt een grote lelijke zwartgrijze vogel, die door de andere eenden en de kippen vanwege zijn uiterlijk getrapt en gebeten wordt. Maar als de winter voorbij is kan hij voor het eerst zijn vleugels uitslaan. Hij vliegt naar een vijver met prachtige witte zwanen, en er komt een eigenaardige droefheid over hem. Hij is erop voorbereid dat de zwanen hem zullen doden. Terwijl hij zijn kop alvast naar beneden buigt in afwachting van de klappen, ziet hij zijn spiegelbeeld in het water - een fraaie witte zwaan. Lelijke eend werd in de jaren vijftig de bijnaam van de Citroen deux-chevaux: een kleine en onooglijke, maar goedkope en comfortabele auto. Maar die lelijke eend is altijd lelijk gebleven.