Gezegden

Riemer Reinsma (1998)

Gepubliceerd op 17-04-2025

Een appelflauwte krijgen

betekenis & definitie

De uitdrukking een appelflauwte krijgen (d.w.z. ‘een lichte of geveinsde flauwte’) heeft op meer dan één manier met appels te maken. Ten eerste: men dacht vroeger dat een niet-ernstige onpasselijkheid goed te bestrijden was met het eten van een zure appel. De arts Rembert Dodoens beval in 1554 als remedie voor flauwvallen aan: ‘Alle appelen zijn goet [voor] den genen die haest [= snel, makkelijk] in onmacht vallen.’

Niet alleen de remedie tegen flauwtes, maar ook de oorzaak kon, naar men aannam, met appels te maken hebben. De Groningse hoogleraar H.C. van Hall meldde in zijn boek Spreekwoorden en voorschriften in spreuken, betreffende landbouw en wêerkennis (1872): ‘Zenuwzwakke personen [...] bezwijmen wel eens, als de lucht in eenig vertrek door appelen of sommige andere vruchten [...], ten gevolge van de vorming daaruit van koolzuur, bedorven is.’ En de auteur concludeert dat je appels beter niet, ‘zoo als men dat in kleine woningen menigmaal ziet’, onder de bedstee kunt bewaren.

Misschien heeft het woord appelflauwte mede kunnen ontstaan door invloed van de medische term apoplexie “beroerte’. In het Engels is dit woord (apoplexy) verbasterd tot appleplexie. Nu lijkt het onwaarschijnlijk dat ook het Nederlandse woord appelflauwte een verbastering is van apoplexie, maar het is wél mogelijk dat het bestaan van het woord apoplexie de associatie met appel heeft bevorderd. Appelflauwte zou dan tot op zekere hoogte een volksetymologie zijn: een onbekend woord wordt verwant of identiek geacht met een inheems woord.

< >