Gezegden

Riemer Reinsma (1998)

Gepubliceerd op 17-04-2025

Doe wel en zie niet om

betekenis & definitie

De oorspronkelijke betekenis van omzien was hier ‘voorzichtig of behoedzaam zijn’. Volgens sommigen - onder anderen de spreekwoordenlexicograaf Harrebomée (1858) - zou het spreekwoord tot strekking hebben: ‘doe goed, en probeer niet te weten te komen of men je wel dankbaar is’. Zo wordt het spreekwoord tegenwoordig inderdaad opgevat, maar vroeger lag dit anders. De oudste vorm (1568) luidt: die wel doet en darf [= hoeft] niet omme zien. Verder geeft gezegdenverzamelaar Van de Venne een spreekwoord doet wel en vreest niemant, en in Vlaanderen vinden we in 1706 de variant weldoen en doet niet vreesen. Dat alles wijst erop dat omzien in dit geval niet ‘omkijken’ was (de huidige betekenis), maar ‘goed om je heen kijken, op je hoede zijn’. De strekking van het spreekwoord was dus oorspronkelijk: doe goed, dan hoef je niet angstig om je heen te kijken of men je met slechte bedoelingen in de gaten houdt. De betekenis ‘voorzichtig zijn’ treffen we ook aan in het - nu verdwenen - spreekwoord zwijg of zie om. Dit betekende: ‘verzwijg je geheimen, of - áls je erover praat - pas op voor de gevolgen’.

Tegen het eind van de achttiende eeuw begreep men de strekking van doe wel en zie niet om niet meer. De destijds beroemde redenaar Van der Palm noemde het ‘een merkwaardige zinspreuk’. En in de negentiende eeuw ontstond de uitleg die we er nu nog aan toekennen.

< >