De geest is uit de fles

betekenis & definitie

de zaak loopt uit de hand. Dat de geest uit de fles kwam, was de schuld van de zoon van een houthakker uit een van de sprookjes van de gebroeders Grimm. Een - uiteraard arme - houthakker gaat met zijn zoon naar het bos om hout te hakken. Rond het middaguur pauzeren de twee. De zoon vertreedt zich wat in het bos en hoort in de buurt van een oude eik een stem, die steeds maar roept: ‘Laat mij eruit.’ Bij de boomwortels ontdekt hij een fles. Hij houdt die tegen het licht en ziet dat er binnenin een kikker op en neer springt, heel zielig. De zoon trekt de stop van de fles. Er springt nu een geest uit, die zich bliksemsnel transformeert in een grote, dreigende kerel en aankondigt dat hij de zoon de nek gaat breken: ‘Ik ben de machtige Mercurius! Degene die mij loslaat moet ik de nek breken.’ Gelukkig weet de jongeman de geest met een smoes weer in de fles terug te krijgen. Maar dat duurt niet lang, want opnieuw smeekt de geest om vrijlating. Dit keer stelt hij een enorme beloning in het vooruitzicht. Opnieuw laat de jongen hem vrij, en de geest wordt zo groot als een reus. Hij schenkt de jongen een soort wonderpleister, waarmee je staal en ijzer in zilver kunt veranderen. Meer dan genoeg om de jongeman te verzekeren van een mooie opleiding aan de hogeschool.