Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie H
- herstemming
- herstructureren
- hert
- hertalen
- hertenbeest
- hertenbout
- hertenjacht
- hertenkamp
- hertenleer
- hertenleren
- hertog
- hertogdom
- hertogelijk
- hertogin
- hertrouwen
- hertshooi
- hertshoorn
- hertsleder
- hertslederen
- hertz
- hertzwijn
- heruitgave
- heruitgeven
- heruitzenden
- heruitzending
- herv.
- hervallen
- hervatten
- herverdelen
- herverdeling
- herverkaveling
- herverzekeren
- herverzekering
- hervinden
- hervormd
- hervormen
- hervormer
- hervorming
- Hervormingsdag
- herwaarderen
- herwaarderingsgebied
- herwaarts
- herwinnen
- herzien
- herziening
- hes
- hesen
- hesp
- hespenspek
- het
- hetaere
- heteluchtballon
- heteluchtkanon
- heteluchtmotor
- heteluchtoven
- heteluchtverwarming
- heten
- heterdaad
- heterdaadje
- hetero
- hetero-
- heterodox
- heterodoxie
- heterofiel
- heterofilie
- heterogeen
- heterogeniteit
- heteroseksualiteit
- heteroseksueel
- heterozygoot
- hetgeen
- Hettieten
- Hettitisch
- hetwelk
- hetze
- hetzelfde
- hetzij
- heug
- heugel
- heugen
- heugenis
- heuglijk
- heul
- heulbol
- heulen
- heulsap
- heup
- heupbeen
- heupbroek
- heupdysplasie
- heupfles
- heupgewricht
- heupgordel
- heupjicht
- heupwiegen
- heupwiegend
- heupworp
- heupzwaai
- heur
- heureka