Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie A
- afzet
- afzetgebied
- afzetkanaal
- afzetmarkt
- afzetten
- afzetter
- afzetterij
- afzetting
- afzettingsgesteente
- afzetzaag
- afzichtelijk
- afzien
- afzienbaar
- afzijdig
- afzinken
- afzoeken
- afzoenen
- afzonderen
- afzondering
- afzonderlijk
- afzuigen
- afzuigkap
- afzwaaien
- afzwaaier
- afzwakken
- afzwemmen
- afzweren
- afzwering
- ag
- Ag
- AG
- aga
- agaat
- Agalev
- agapanthus
- agape
- agaten
- agave
- agekey
- agenda
- agenderen
- agens
- agent
- agent-provocateur
- agentschap
- agentuur
- ageren
- agf
- agglomeraat
- agglomeratie
- agglomeratieraad
- agglutineren
- aggregaat
- aggregatie
- aggregatietoestand
- agile
- agio
- agiobonus
- agioreserve
- agitatie
- agitator
- agitatorisch
- agiteren
- agitprop
- agnaat
- agnost
- agnosticisme
- agnosticus
- agnostisch
- Agnus Dei
- agogie
- agogiek
- agogisch
- agologie
- agologisch
- agoloog
- agonie
- agoog
- agora
- agorafobie
- agrafe
- agrafie
- agrariër
- agrarisch
- agreement
- agrement
- agressie
- agressief
- agressieveling
- agressiviteit
- agressor
- agricultuur
- agro-industrie
- agronomie
- agrosector
- ah
- aha
- aha-erlebnis
- ahob
- ahoi
